De Brede SPUK-regeling combineert het Sportakkoord II (SAII), de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Gemeente Gouda diende een plan van aanpak in voor een beroep op financiering voor de Brede SPUK-regeling. Brenda Brandsma (senior beleidsadviseur Gezondheid en Preventie bij de gemeente) en Aafke van Leeuwen (manager Leefstijl bij Sportpunt Gouda) waren kartrekker in hun organisaties en delen hun ervaringen.
Snel aan de slag
Brenda schakelde als programmamanager integraal plan van aanpak. “Onze eerste prioriteit was iedereen op hetzelfde informatieniveau krijgen. Sommige organisaties, zoals SPORT•GOUDA, waren goed op de hoogte van GALA/SAII. Andere partners waren eerder wel aangehaakt bij het Sportakkoord of Preventieakkoord, maar wisten nog niet dat we nog integraler gingen samenwerken.” Dat gold ook binnen de gemeente: “Collega’s uit het fysieke domein kenden GALA bijvoorbeeld nog niet, terwijl die regeling raakt aan een gezonde leefomgeving.”
De juiste partners aan tafel
De gemeente stelde een kerngroep samen met daarin beleidsadviseurs uit verschillende gemeentelijke domeinen, Sportpunt Gouda, de GGD en Sociaal Team Gouda. Brenda: “In de kerngroep rond het Sportakkoord zitten veel uitvoerende partijen aan tafel. Voor de kerngroep GALA/SAII is het type partners breder, omdat GALA breder is. Alleen al bij de gemeente raken de 13 Brede SPUK-thema’s zo’n beetje alle afdelingen. Je kunt alleen niet elke afdeling aan tafel zetten, dat is niet te overzien. Om slagkracht te houden maar wel integraal te werken, kozen we voor een kerngroep GALA/SAII met alleen de belangrijkste partners op beleidsniveau.”
Betrek wethouders
De gemeente koos voor een programmatische aanpak. “De ambtelijke opdrachtgever is mijn afdelingshoofd. En de bestuurlijke opdrachtgever zijn de wethouders Sport en Publieke gezondheid. We hebben hard gewerkt om het hele college mee te krijgen, want GALA/SAII raakt veel dossiers. We hebben wethouders en afdelingen op alle belangrijke momenten betrokken en hadden daar veel profijt van. Het plan van aanpak ging uiteindelijk zonder opmerkingen door het college”, vertelt Brenda.
Inhoudelijke keuzes
Het proces rond het plan van aanpak was dus goed ingericht in Gouda. Maar hoe kwamen ze tot inhoudelijke keuzes? Brenda: “Samen met de GGD en SPORT•GOUDA hadden we de lokale prioriteiten en aandachtspunten voor sport als middel al op een rij gezet. In Gouda scoren jongeren en ouderen bijvoorbeeld niet goed op mentale gezondheid en op het beweegaspect in hun leefstijl. Dat komt nu ook terug in ons plan van aanpak.”
Teams met expertise
Hoe kregen sport en bewegen een plek in het plan van aanpak? Aafke benadrukt dat er in Gouda al een hoop goeds gebeurt op sportgebied. “De vraag was: wat kunnen sportaanbieders nog meer betekenen voor de brede GALA-doelen? Wat gaat al goed, hoe kunnen we dat versterken of verder verspreiden? Waar is extra aanbod nodig? Hoe spelen sportverenigingen, ondernemende sportaanbieders en professionals, zoals buurtsportcoaches, ieder hun beste rol?”
Het helpt dat sport en gezondheid bij SPORT•GOUDA aparte afdelingen zijn. Aafke: “We hebben een team bewegen (sport in sociaal domein, kwetsbare doelgroepen, aangepast sporten, gezondheid) en een team leefstijl (verenigingsondersteuning, bewegingsonderwijs, vaardig in bewegen). Het klinkt misschien onlogisch, maar doordat ze een eigen volwaardige plek hebben, versterken ze elkaar. Elk team ontwikkelt diepere expertise op het eigen thema. Daardoor weten we goed wat er speelt binnen het maatschappelijke- en het verenigingsveld. Daarmee zijn we een goede partner in de gesprekken met de gemeente en lokale organisaties.”
Open gesprek met partners
Hoe verliep dat gesprek in de praktijk, met verschillende partners aan tafel? Brenda: “Je zit voor een gezamenlijk doel aan tafel, maar iedere partner heeft ook een eigen belang. Het gaat namelijk ook om de verdeling van middelen. Wij hebben met alle partners in de kerngroep gelukkig een goede relatie. Als een taak of activiteit beter bij een ander past, is dat gewoon bespreekbaar.”
Ook Aafke heeft de gesprekken als transparant ervaren. “Voor ons stond vooral centraal: welke rol kunnen sport en bewegen betekenen in het behalen van de GALA-doelstellingen? Wat kan een vereniging of buurtsportcoach doen? Welk stuk pakt een welzijnsorganisatie of de GGD op? We zitten uiteindelijk allemaal aan tafel voor het belang van de Goudse inwoners.”
Hoe verdeel je de middelen?
Dat de gesprekken hierover in Gouda open gevoerd worden, betekent niet dat het ook meteen klip en klaar is hoe je de middelen kunt verdelen. Aafke: “Sport komt veel terug in het plan van aanpak en dat is super, maar je moet er wel handen en middelen voor hebben. Hoe richten we dat goed in, zonder meteen in budgetpotjes te denken? We kijken bijvoorbeeld kritisch naar de partners waarmee je samenwerkt. Zo werkt een beweegcoach van kwetsbare doelgroepen vooral samen met het maatschappelijke veld. Dus dan is het logisch om de taken en middelen vanuit het gezondsheidsdomein te beleggen in plaats vanuit sport.”
Terughoudend zijn of ruim inzetten?
Uitdaging is dat niet alle Brede SPUK-budget structureel is. Brenda: “Mentale gezondheid is nu een belangrijk thema, maar de financiering is niet structureel. We weten niet of we er na 2026 mee door kunnen gaan. Daarom is de midterm review vanuit GALA straks heel belangrijk.”
Hoewel sommige gemeenten door die onzekerheid terughoudend zijn met aanvragen en inzetten van middelen, koos Gouda ervoor om juist vol in te zetten. “Het formuleren van het plan, het ontwikkelen van visie en zorgen dat activiteiten in de steigers komen, vragen ook veel middelen. Als we dat nu goed doen, hebben we in de toekomst wellicht minder nodig. En alles wat we nu investeren in relaties, is nooit weggegooid geld”, zegt Brenda.
Betere banden door cofinanciering?
Kan cofinanciering – hoe complex ook – lokale samenwerking versterken? De BRC was eerst vooral een sportregeling. Kan het door bundeling beweegcoaches helpen een netwerk op te bouwen in het sociale domein? Brenda en Aafke denken van wel. Aafke: “Als je nu kijkt naar de taken van de buurtsportcoach, gaat dat al voor een groot deel over sport als middel. En tegelijk moeten we ook veel aandacht voor sport als doel niet vergeten, want verenigingen en andere sportaanbieders hebben een belangrijke plek in de maatschappij. Daarom hebben we ook aandacht voor thema’s die spelen bij bijvoorbeeld verenigingen. Zoals ‘de basis op orde’ en ‘vrijwilligersbeleid’.”
Integrale aard
Wat Brenda en Aafke betreft is de Brede SPUK-regeling nog niet integraal genoeg. Daarom maakten de partners in Gouda een duidelijke keuze. Aafke: “Bij ons wordt het geen Sportakkoord II, maar hebben we dit akkoord samengevoegd met het Preventieakkoord tot één Leefstijlakkoord. Daarin zitten ook alle thema’s uit het Preventieakkoord verweven, want dát maakt het integraal. En bij ons is dat Leefstijlakkoord een bijlage bij het plan van aanpak.” Om die integraliteit in de praktijk te verwezenlijken, zijn partners die voorheen in losse kerngroepen aan losse akkoorden en ambities werkten – vanuit sport of preventie – nu samengebracht in één kerngroep.
Draagvlak creëren
Brenda is intussen fulltime coördinator van de uitvoering. “We hebben net een werksessie gehad om de plannen concreter te maken. We hebben breed uitgenodigd vanuit twee ringen. In onze eerste ring zitten de Sportraad, de welzijnsorganisatie, de huisartsen, het Sociaal Team Gouda, maatschappelijk werk, jongerenwerk en cultuur. In onze tweede ring zitten partners die verder weg staan en meer regionaal werken, zoals de zorgverzekeraar en de regionale zorgkoepel. Bij de sessie waren zo’n 40 mensen aanwezig.”
Doel was om het plan uit te werken in SMART-doelen en om concrete acties te bepalen. “Iedereen kon meedenken: zijn dit de doelen? Moet er iets weg? Willen we iets toevoegen? Daarmee leggen we een stevig fundament en creëren we draagvlak. Wij kunnen het allemaal wel bedenken, maar de partners moeten het uitvoeren. Als je ze niet meteen intensief betrekt, krijg je daar in de uitvoering last van.”
Uitdagingen rond uitvoering
Binnenkort komt de kerngroep weer samen om een uitvoeringsagenda vorm te geven. Wat zijn de uitdagingen? Brenda: “Ten eerste om de gewenste integrale verbindingen echt tot stand te brengen. Op hoger niveau hebben we elkaar goed gevonden. We hopen dat dit doorsijpelt naar uitvoerende partners. Dat huisartsen bijvoorbeeld zeggen: wij pakken dit op met deze sportaanbieder. Netwerken lukt al goed, samen aan een doel werken is hopelijk de volgende stap.”
Een andere uitdaging is monitoring. “Het is vaak lastig aan te tonen welk resultaat we boeken. Veel activiteiten zijn preventief en je kunt het causale verband vaak niet aantonen. We formuleren wel SMAR- doelen, dus dat gaat helpen. En de GGD zit ook aan tafel en die meet ook veel dingen en heeft dus concrete cijfers.”
Tip voor monitoring
Wil je activiteiten monitoren die gericht zijn op preventie? Gebruik dan indirecte bewijslast. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt een brede bewijslast voor de effecten van sport en bewegen. Bijvoorbeeld dat een bepaalde mate van bewegen helpt bij het verbeteren van je mentale gezondheid. Zorg dan dat je jouw lokale doelen formuleert op basis van die effecten: ‘Ik ga een x-aantal mensen met mentale problemen bereiken, ik ga hen structureel laten bewegen en daarmee bijdragen aan de verbetering van hun mentale gezondheid.’ Daarmee kun je – met wetenschappelijke onderbouwing in je achterzak – aannemen dat jouw activiteit bijdraagt aan het beoogde effect.
Kruislings door domeinen heen
Brenda en Aafke kijken met vertrouwen vooruit naar de uitvoering. Brenda: “In het plan van aanpak hebben we strategische doelen benoemd op het gebied van sport en bewegen, gezondheid en het thema sociale basis. In de uitwerking zie je nu al dat activiteiten kruislings door de domeinen gaan. En dat moet ook! In Gouda gebeurt al ongelofelijk veel. We hebben hele actieve, betrokken partners. We gaan daar nog meer focus in brengen en bepalen wie wat gaat doen. Zodat er nog meer verbindingen ontstaan en we grotere resultaten kunnen boeken.”