Alles over sport logo

Inclusief ontwerpen vanuit de kracht van de verbeelding

Een stad ontwerpen voor alle verschillende behoeften is niet eenvoudig, maar zijn we wel ambitieus genoeg? Dat vraagt Jorn Wemmenhove, eigenaar en creatief strateeg bij HumanKind, zich af. Dit is zijn pleidooi voor inzet van verbeeldingskracht bij het ontwerp van inclusieve buitenruimte. ‘Met anders denken, ons anders organiseren, gaat het anders doen veel makkelijker.’

Is een ‘toegankelijke’ publieke ruimte wel ambitieus genoeg?

Het ontwerpen van inclusieve buitenruimte krijgt de laatste tijd steeds meer aandacht. Liever laat dan nooit, zullen we maar zeggen. De eerste stap naar een betere wereld is realiseren dat het anders moet. Zoals de Colombiaanse urbanist Gil Peñalosa zegt: “We moeten stoppen met het ontwerpen van steden vanuit het idee dat iedereen 30 jaar en atletisch is.” Het is fantastisch dat steeds meer congressen, webinars, artikelen worden gewijd aan het onderwerp. Ook wordt in richtlijnen en ontwerpprincipes steeds beter vastgelegd hoe de stad kan worden ontworpen zodat iedereen mee kan doen.

Kijk om je heen en bezie de brede, slecht oversteekbare wegen. Verplaats je in degene die met een visuele beperking die toch al weinig ziet en geen aanknopingspunten krijgt door tactiele aanwijzingen of geluidsimpulsen. Of in het kind met autisme dat overprikkeld kan raken. Dan is het duidelijk dat we als samenleving tekortschieten. Je inbeelden hoe het is een ander te zijn en de stad te ontwerpen voor alle verschillende behoeften is ook niet eenvoudig. 

De vraag is of we wel ambitieus genoeg zijn. Moeten we naast realiseren dat het anders moet niet ook met meer overgave werken aan hoe het anders kan? Als we niet durven te dromen van een radicaal andere toekomst, dan komen we niet verder dan kleine updates. Het woord ‘toegankelijkheid’ klinkt logisch, maar is ook problematisch. Het gaat uit van toegang tot het ‘normaal’ door een groep die daarvan is uitgesloten. Maar wat als dat ‘normaal’ eigenlijk nog veel te wensen over laat? Als dat systeem zelf al niet uitgaat van échte kwaliteit van de leefomgeving, van het geluk van alle bewoners?

De Nederlandse journalist en historicus Jan Romein schreef in zijn essay ‘De dialectiek van de vooruitgang’ (1937) over de wet van de remmende voorsprong. In het Engels: the law of the handicap of a head start’. De wet stelt dat een voorsprong op een bepaald domein vaak leidt tot weinig stimulans om verdere verbetering of vooruitgang op te zoeken. Daardoor wordt men vroeg of laat voorbijgestreefd. De echte handicap is denken dat wat nu de realiteit is ook het best mogelijke is. Moeten we wel toegang tot een niet-duurzaam systeem willen? Of moeten we uitgaan van de ‘wet van de stimulerende achterstand’?

Groter dromen

We weten al lang dat inclusieve publieke ruimte zorgt voor balans in de samenleving. Het is niet slechts iets waar zij die momenteel niet mee kunnen doen recht op hebben. Zij zijn wij. En als wij als samenleving vooruit willen, dan kan dat alleen radicaal samen.

Het is geen technische uitdaging. Het ontbreekt ons aan verbeelding en durf om anders te werken. Dit is het moment om onze verbeeldingskracht echt in te zetten. Voormalig Rijksbouwmeester Floris Alkemade gaf hier een mooie presentatie over in Brainwash. We moeten gezamenlijk werken aan gewenste toekomsten. Collectieve verbeeldingen zijn nodig om een radicaal andere, inclusieve stad te ontwerpen. De ambitie mag dus nog wel een stuk omhoog. We mogen groter dromen. Hoe creëren we een toekomst waarin welbevinden voorop staat? Waar het niet meer gaat over bereikbaarheid of toegang, omdat het overal te vinden is. Ook toegankelijk voor hen zónder beperking, want beperkingen bestaan niet meer.

Nu klinkt dat wellicht wat abstract, maar het gaat erom de toekomst in het heden vorm te geven. Ontwerpers spelen een grote rol in het vinden van die vorm. Zij kunnen niet alleen steden ontwerpen, maar ook toekomsten. Het allerbelangrijkste is om op een multidisciplinaire manier te dromen en te doen.

Anders denken en doen

We missen nog veel kansen doordat we allemaal in schijnbaar aparte werelden werken en leven. Gemeentelijke afdelingen weten elkaar niet altijd even goed te vinden. Zo werkt de één aan sportprogramma’s, de ander aan speel- en beweegplekken, terwijl weer een ander wegen inricht die contraproductief zijn voor het werk van de eerste twee;  plekken kunnen niet worden bereikt en gezond gedrag wordt tegengegaan. Deze sectorale werkwijze werkt innovatie tegen. Problemen zijn zo alleen op te lossen door aanpassingen te doen, door pleisters te plakken. Terwijl door echt samen te werken nieuwe ideeën nieuwe vormen kunnen krijgen. Dat maakt het werk ook nog eens veel leuker.

De themapagina Inclusieve beweegvriendelijke omgeving van Kenniscentrum Sport & Bewegen is een voorbeeld van de waarde die ontstaat als we over de drempels van onze hokjes en vakjes heenstappen. Soms hebben we wat opschudding nodig om tot nieuwe werkwijzen te komen. Op sommige plekken in Nederland zorgt de coronacrisis al voor integralere manieren van werken. In het multidisciplinaire werken, moet ook het betrekken van verschillende doelgroepen ingebed zijn. Niet vanuit een idee van participatie, maar door co-creatie. Wanneer het gaat over inclusieve publieke ruimte is dat helemaal belangrijk. 

Met anders denken, ons anders organiseren, gaat het anders doen veel makkelijker. Het is echt niet zo moeilijk. Door betere koppelingen te maken tussen initiatieven en tussen mensen, kan winst ontstaan. Zo zouden we ‘samenspeelplekken’ ook kunnen omringen met buitenfitnessapparatuur, zodat (groot-)ouders ook meteen kunnen bewegen. Veel kansen liggen op het gebied van programmering. Een park of plein activeert niet uit zichzelf. Het is belangrijk om professionals en buurtbewoners die plekken te laten programmeren. Daarbij is nabijheid van infrastructuur die uitnodigt tot bewegen erg belangrijk. Bewegen moet kunnen op de pleinen, parken en straten in de eigen buurt. Het idee om routes uit te zetten vanuit de verzorgingshuizen en wijkhuizen is een mooi voorbeeld van makkelijk te zetten stappen kunnen worden gezet.

Vandaag is, na gisteren, het beste moment om de toekomst te veranderen. Nu is er momentum om de ‘wet van de stimulerende achterstand’ te gebruiken om groot te denken en te dromen, en groots te handelen. Verbind het kleine en kom samen in beweging. Het kan, als we onszelf toegang geven tot de kracht van de verbeelding.

Inclusief = toegankelijk + veilig + stimulering + participatie bij ontwerp

Een inclusieve beweegvriendelijke omgeving betekent dat iedereen is inbegrepen in het ontwerp van de buitenruimte. Dat wil zeggen jong en oud, vrouwen en mannen, hoge en lage sociaaleconomische status, mensen met en zonder migratieachtergrond, heteroseksueel en lhbti, en mensen met en zonder een beperking. 
De themapagina inclusieve beweegvriendelijke omgeving zoomt in op de inclusieve beweegvriendelijke omgeving voor mensen met een beperking.


Beleid
Inclusief sporten en bewegen
Openbare ruimte
public, professional
opinie
beleidsontwikkelingen, beweegvriendelijke omgeving, samenwerken